Home > Onderwijs begrippen > Scaffolding
Scaffolding is een didactische strategie waarbij de leerkracht tijdelijke ondersteuning biedt aan leerlingen tijdens het leerproces. Deze ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd naarmate de leerling competenter en zelfstandiger wordt. Het begrip is nauw verbonden met de Zone van Naaste Ontwikkeling van Vygotsky, waarin leerlingen leren met hulp die net buiten hun huidige kunnen ligt.
In de klas betekent scaffolding dat een leerkracht inspeelt op de behoeften van de leerling door bijvoorbeeld instructie op te knippen in kleinere stappen, gerichte feedback te geven of hulpmiddelen aan te reiken zoals schema’s of voorbeeldopdrachten. Zodra de leerling voldoende grip heeft op de leerstof, worden deze hulpmiddelen stapsgewijs afgebouwd.
Scaffolding sluit goed aan bij directe instructie en effectieve instructiemodellen. Door expliciete uitleg te combineren met begeleide oefening, wordt de cognitieve belasting beheersbaar gehouden. Dit past ook binnen de principes van de Cognitive Load Theory (CLT).
Scaffolding bevordert het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van leerlingen. Het geeft hen de kans om op een veilige en gestructureerde manier nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken. Binnen activerend onderwijs is scaffolding een krachtige manier om betrokkenheid en motivatie te vergroten.
Scaffolding komt vaak terug in onderwijsmodellen die gericht zijn op stapsgewijze opbouw van leerprocessen, zoals de taxonomie van Bloom. Ook bij blended learning en flipping the classroom kan scaffolding worden ingezet om leerlingen te ondersteunen bij zelfstandig leren.
Door scaffolding bewust toe te passen, creëren leerkrachten een krachtige leeromgeving waarin iedere leerling optimaal kan groeien.