Home > Onderwijs begrippen > Rekentoets

Rekentoets

De rekentoets is een toets die wordt ingezet om de rekenvaardigheid van leerlingen in beeld te brengen. De toets richt zich op basisvaardigheden zoals getallen, verhoudingen, meten, tijd en procenten. In het voortgezet onderwijs en het mbo is de rekentoets lange tijd onderdeel geweest van het examenprogramma. In het primair onderwijs wordt rekenen vooral gevolgd via methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen.

Doel van de rekentoets

De rekentoets geeft inzicht in de mate waarin een leerling de rekenvaardigheden beheerst die nodig zijn voor vervolgonderwijs, werk en dagelijks leven. De nadruk ligt op functioneel rekenen: kunnen toepassen van rekenkennis in praktische situaties. De uitslag van de toets helpt scholen bij formatieve evaluatie én in sommige gevallen bij summatieve beoordeling.

Inhoud en opbouw

De rekentoets bestaat meestal uit contextopgaven en kale sommen. Leerlingen moeten laten zien dat ze kunnen rekenen met getallen, maten, geld, tabellen en grafieken. Afhankelijk van het onderwijsniveau wordt de moeilijkheidsgraad aangepast. De toets wordt vaak digitaal afgenomen.

Kritiek en ontwikkelingen

De rekentoets heeft de afgelopen jaren ter discussie gestaan, onder meer vanwege de stress die het oplevert en de beperkte invloed op het eindcijfer. Daarom is het toetsbeleid in het voortgezet onderwijs aangepast: de toets telt op veel scholen niet meer mee voor de slaag-zakregeling, maar wordt wel gebruikt als monitoringinstrument.

Toetsen binnen een breder rekenbeleid

De rekentoets is slechts één onderdeel van een breder toetsbeleid. Belangrijker is de rol van regelmatige observatie, succescriteria en differentiatie binnen het rekenonderwijs zelf. Een toets geeft een momentopname, maar structurele begeleiding zorgt voor duurzame rekenontwikkeling.

De rekentoets