Home > Onderwijs begrippen > Psychosociale ontwikkeling
Psychosociale ontwikkeling verwijst naar de manier waarop een kind zich ontwikkelt in relatie tot zichzelf én de sociale omgeving. Het gaat om het opbouwen van een identiteit, het aangaan van relaties en het vinden van een balans tussen persoonlijke behoeften en sociale verwachtingen. In het onderwijs komt dit tot uiting in hoe leerlingen omgaan met zichzelf, met anderen en met de wereld om hen heen.
De bekendste theorie over psychosociale ontwikkeling is die van Erik Erikson. Hij beschrijft acht ontwikkelingsfasen van de mens, waarvan er meerdere relevant zijn voor de schoolperiode, zoals:
Een gezonde psychosociale ontwikkeling is van groot belang voor het welbevinden en leervermogen van leerlingen. Het heeft invloed op zelfbeeld, zelfvertrouwen, sociale vaardigheden en emotionele intelligentie. Leerlingen die zich psychosociaal goed ontwikkelen, zijn beter in staat om samen te werken, grenzen aan te geven, hulp te vragen en met veranderingen om te gaan.
Wanneer de psychosociale ontwikkeling onder druk staat – bijvoorbeeld door hechtingsproblemen, traumatische ervaringen of langdurige stress – kan dit leiden tot teruggetrokken gedrag, conflicten of gedragsproblemen. De rol van de leerkracht is hierin cruciaal: signaleren, veiligheid bieden en waar nodig doorverwijzen via de leerlingenzorg.
De psychosociale ontwikkeling staat in wisselwerking met andere ontwikkelingsgebieden, zoals de cognitieve en morele ontwikkeling. Een brede aanpak in het onderwijs, met aandacht voor zowel leren als sociaal-emotioneel functioneren, draagt bij aan een evenwichtige groei.