Divergente differentiatie is een vorm van differentiatie in het onderwijs waarbij leerlingen op hun eigen niveau, tempo en manier werken, met als doel uiteenlopende leerresultaten te bereiken. Dit type differentiatie erkent dat niet alle leerlingen hetzelfde hoeven te leren of dezelfde doelen hoeven te behalen. In plaats van iedereen naar hetzelfde eindpunt te sturen, stimuleert divergente differentiatie juist individuele ontwikkeling en talentontplooiing.
Bij divergente differentiatie staat maatwerk centraal. De docent biedt verschillende leeractiviteiten, opdrachten of doelen aan die zijn afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de leerlingen. Hierdoor kunnen sommige leerlingen zich verdiepen in complexe onderwerpen, terwijl anderen juist extra ondersteuning krijgen bij basisvaardigheden. Het leerproces is flexibel en gericht op persoonlijke groei, niet op uniformiteit. Belangrijke kenmerken zijn:
Divergente differentiatie verschilt wezenlijk van convergente differentiatie, waarbij alle leerlingen werken aan dezelfde einddoelen, maar via verschillende routes of op een verschillend tempo. Bij convergente differentiatie wordt gestuurd op gelijke leerresultaten, terwijl divergente differentiatie verschillen in resultaten juist accepteert en waardeert. Beide vormen kunnen binnen één klas worden toegepast, afhankelijk van het vak, de leerdoelen of de visie van de school.
Door divergent te differentiëren, voelen leerlingen zich gezien en gewaardeerd in hun unieke kwaliteiten. Het verhoogt betrokkenheid, motivatie en leerplezier. Daarnaast biedt het ruimte aan zowel zwakkere als sterke leerlingen om zich optimaal te ontwikkelen. Voor de docent vraagt deze aanpak echter om een goede organisatie, differentiatievaardigheden en inzicht in de onderwijsbehoeften van iedere leerling.