Home > Onderwijs begrippen > Didactische werkvormen
Didactische werkvormen zijn de manieren waarop de leerstof tijdens een les wordt aangeboden en verwerkt. Ze vormen een essentieel onderdeel van de didactiek en bepalen in hoge mate hoe actief en betrokken leerlingen met de leerstof aan de slag gaan. De juiste werkvorm sluit aan bij het lesdoel, het niveau van de groep en de fase van het leerproces.
Er zijn grofweg vier categorieën werkvormen:
1. Instructieve werkvormen – de leerkracht legt uit, leerlingen luisteren (directe instructie)
2. Reproductieve werkvormen – leerlingen oefenen en herhalen
3. Activerende werkvormen – leerlingen verwerken de stof actief, bijvoorbeeld via coöperatief leren of gamification
4. Reflectieve werkvormen – leerlingen denken na over wat ze geleerd hebben, bijvoorbeeld via leerlogs of een exit ticket
Door te variëren in werkvormen houd je lessen levendig, sluit je aan bij verschillende leerstijlen en verhoog je de betrokkenheid. Afwisseling tussen individueel, in duo’s en in groepjes werken draagt bij aan verdieping én samenwerking.
De keuze voor een werkvorm hangt af van het doel van de les, de voorkennis van de leerlingen en de fase in het leerproces. Bij het aanleren van nieuwe stof is een duidelijke instructie cruciaal, terwijl bij verdieping of toepassing activerende werkvormen vaak effectiever zijn. Scaffolding helpt bij het begeleiden tijdens complexere werkvormen.
Didactische werkvormen zijn ook sterk verbonden met formatief toetsen. Werkvormen zoals quizzen, opdrachten of presentaties kunnen naast oefening ook gebruikt worden om leerdoelen zichtbaar te maken.
Met doordachte didactische werkvormen verhoog je de leeropbrengst én het leerplezier. Ze vormen het instrumentarium waarmee je als leerkracht de lesstof tot leven brengt.