Home > Onderwijs begrippen > Cognitive Load Theory
De Cognitive Load Theory (CLT), of cognitieve belastingstheorie, is een theorie over hoe informatie wordt verwerkt in het werkgeheugen. De theorie stelt dat leren pas effectief is wanneer de cognitieve belasting niet te hoog is. Te veel informatie of complexe uitleg in korte tijd leidt tot overbelasting, waardoor leerlingen minder goed leren.
CLT maakt onderscheid tussen drie vormen van belasting:
1. Intrinsieke belasting: de complexiteit van de leerstof zelf.
2. Extrane belasting: afleidende of onduidelijke informatie die het leren belemmert.
3. Germane belasting: de mentale inspanning die nodig is voor het verwerken en begrijpen van de leerstof.
Effectief lesgeven draait om het minimaliseren van extrane belasting en het optimaliseren van germane belasting.
Om cognitieve belasting te beperken, is het belangrijk om leerinhoud stapsgewijs aan te bieden. Dit sluit aan bij strategieën zoals scaffolding en het gebruik van directe instructie. Duidelijke voorbeelden, visuele ondersteuning en het vermijden van overbodige informatie helpen daarbij.
CLT versterkt het ontwerp van effectieve instructie en sluit aan bij modellen als de taxonomie van Bloom en de leercyclus van Kolb. Ook in digitale leeromgevingen, zoals bij blended learning of flipping the classroom, helpt CLT bij het maken van doordachte keuzes.
Gebruik korte instructiemomenten, herhaal belangrijke informatie, en voorkom onnodige afleiding. Zorg voor een heldere structuur in je lesopbouw en stem je uitleg af op het kennisniveau van je leerlingen. Laat leerlingen ook reflecteren, zodat germane belasting wordt gestimuleerd.
Door rekening te houden met cognitieve belasting, vergroot je de kans dat leerlingen informatie verwerken, begrijpen en toepassen — een essentiële basis voor duurzaam leren.